Waar of niet waar? – Bliksem slaat nooit twee keer in dezelfde plaats in

Antwoord

Bliksem is een elektrische ontlading die optreedt wanneer er een elektrisch potentiaalverschil is tussen de aarde en de atmosfeer. Het ontstaat vaak tijdens onweersbuien, wanneer er wrijving is tussen luchtmassa’s met verschillende temperaturen en vochtigheidsniveaus, wat leidt tot de opbouw van elektrische lading in de wolken.

Een bliksemschicht kan een object op de grond treffen dat als een geleider fungeert. Hoge structuren, zoals bomen, gebouwen en torens, hebben meer kans om getroffen te worden omdat ze punten zijn waar de elektriciteit de grond gemakkelijker kan bereiken. Als een bliksemontlading eenmaal een bepaalde locatie heeft getroffen, kan deze in de toekomst opnieuw op dezelfde plaats inslaan.

Een bekend voorbeeld van herhaalde blikseminslagen is te zien bij bliksemafleiders. Bliksemafleiders zijn ontworpen om bliksem veilig naar de grond te leiden en structuren te beschermen tegen schade. Ze zijn vaak geïnstalleerd op hoge gebouwen, torens en bruggen. Deze geleidende structuren kunnen herhaaldelijk door bliksem worden getroffen, maar dankzij de bliksemafleiders wordt de elektriciteit veilig naar de grond afgeleid.

Een andere reden waarom bliksem meer dan eens op dezelfde plaats kan inslaan, heeft te maken met geologische kenmerken. Bergtoppen, hoge heuvels en rotsformaties kunnen ook vaker blikseminslagen ervaren, omdat ze obstakels vormen voor de elektrische ontlading en de bliksem de kortste weg naar de grond verkiest.

Hoewel het dus een veelvoorkomende overtuiging is dat bliksem nooit twee keer op dezelfde plaats inslaat, toont de wetenschap aan dat dit niet waar is. Het is eerder een kwestie van elektrische geleiding, weerstand en de fysieke kenmerken van de omgeving die bepalen waar bliksem zal inslaan.